Vakantie en schuldgevoel

Wanneer de vakantie nadert, wordt mijn zoon onrustiger. Elk jaar wat minder, maar toch. Waar andere kinderen genieten van alle vrije tijd in het vooruitzicht, heeft mijn zoon geen idee wat hij met al die tijd moet doen. Hij heeft nauwelijks enige creativiteit, de basis voor oplossend vermogen en het opdoen van ideeën, wat in een vakantieperiode goed van pas komt.

Omdat hij niet week hoe lang zes weken duren, alleen maar héél lang, vraagt hij twee weken lang, voordat de vakantie nog begonnen is, wanneer we wat gaan doen. En in de laatste week zegt hij bij elke activiteit dat het de laatste keer is. 

Meestal gaat hij een paar weken naar Frankrijk, naar zijn opa en oma, de ouders van mijn (overleden) man, maar door de derde golf van Corona durfde ik dat niet aan. En dat betekent dat hij thuis is. Ik weet niet hoe andere alleenstaande moeders dat doen zonder familie in de buurt, maar ik vind het een ingewikkelde periode, vooral omdat ik zelf ook wel eens even niets aan mijn hoofd wil hebben. De kinderen van mijn vrienden zijn inmiddels zelfstandig, waardoor mijn vrienden hun vrijheid weer kunnen omarmen, maar dat geldt niet voor hem of mij. 

Ik dacht dat ik nu wel voldoende ervaren zou zijn met mijn 20-jarige zoon. Maar ik heb toch last van een schuldgevoel. Dat hij zich niet vermaakt, dat ik nu en dan moet werken, dat ik niet de hele dag zin of tijd heb in zijn eeuwige vragen. Rationeel weet ik dat het niet nodig is, dankzij mij heeft hij zich ontwikkeld is het een blije jongen, maar gevoel en ratio zijn niet altijd hetzelfde.

Ondertussen zie ik mijn zoon tot rust komen in de vakantie. Hij vindt het heerlijk om veel thuis te zijn en even niet overprikkeld te raken door alles wat er om hem heen gebeurt. Zijn vragen nemen af, dagelijks gaan we samen fietsen, boodschappen doen of een terrasje pakken, meer niet. Hij is volmaakt tevreden als ik 's avonds naast hem op de bank zit, terwijl ik lees en hij televisie kijkt. En na twee weken wordt hij niet meer om half zeven, maar om negen uur wakker.

Ik ben verbaasd dat dit schuldgevoel nog steeds soms naar boven komt. Al sinds jaren realiseer ik me dat mijn verdriet over mijn gehandicapte zoon niet zozeer te maken heeft met hem, maar met mij. Hij is wie hij is, maar ik kon dat niet accepteren en stelde me op als een slachtoffer. Toen ik me daar bewust van werd, kon ik het loslaten en kon hij zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier ontwikkelen. Ik kreeg eindelijk de ruimte om van hem te genieten en het goede te zien.

Maar soms lukt dat dus niet. Dan komt het schuldgevoel weer even naar boven. Tot ik me er
bewust van ben. Het is weer voorbij.