Als je als enige ouder een ongeluk krijgt ....


Sommige mensen vinden mijn thuissituatie kwetsbaar, als weduwe met een kind die 24/7 begeleiding nodig heeft. Zonder opa en oma of andere familie.

Tja, ik kan daar weinig aan veranderen. Liever maak ik mij pas zorgen als het nodig is, mijn dagen zijn al vol genoeg. En om nou een nieuwe man te zoeken hiervoor, terwijl ik de vrijheid van het alleen zijn juist zo waardeer..... 

En aangezien ik een wandelende wet van Murphy ben, liet een ongeluk niet lang op zich wachten. Na een gezellige avond met mijn leesclubje waar we spraken over de troost der filosofie, gingen we huiswaarts en miste ik in het trappenhuis van het flatgebouw een laatste tree. Op een betonnen trap. Kun je beter niet doen. Ik heb nogal neiging om te vallen, de zwaartekracht werkt bij mij uitstekend, en aangezien ik dat vallen eng vind, val ik altijd verkeerd. 

De ambulance werd gebeld. Maar ik zei dat ik niet naar het ziekenhuis ging, mijn kinderen waren alleen thuis, dat ik binnen enkele minuten op ou staan en naar huis gaan. Men keek mij meewarig aan en ik realiseerde me dat het onheil weer was aangetreden. Ik raakte in paniek en riep in paniek dat ik niet dood kon gaan, omdat ik nog geen nieuw testament voor mijn kinderen had gemaakt.

Iemand vroeg me of ze iemand voor me kon bellen en I was de pineut. Wij noemen haar de tweede moeder van de kinderen. De flat was vlakbij haar huis en gelukkig kwam ze direct. Godzijdank.

Na een eeuwigheid kwam de ambulance. Ik zei dat ze me niet mochten aanraken en dat ik geen prikken wilde hebben. Voordat ik uitgesproken was, zat het infuus erin. Ik had niets te vertellen. De mensen van de ambulance waarschuwden de omstanders dat ze me iets gingen toedienen en dat ze niet moest schrikken, want mijn ogen zouden open blijven, maar ik zou niet bij bewustzijn zijn. Ik was compleet verlamd, maar - in tegenstelling tot wat de vrouw van de ambulance had gezegd- wél bewust. Alleen was het beeld geknipt, in blokjes. Testbeeld. Mijn nieuwe spijkerbroek en happysocks werden open geknipt en ik werd op de brancard gelegd zonder dat ik iets voelde. Raar spul. In de ambulance deed de verpleegkundige de administratie, want in Nederland kom je nergens zonder nummers en bestaansbewijs. Ze zocht mijn verzekeringspas voor mijn burgerservicenummer. Ik kende die uit mijn hoofd en noemde ze. Ze keek me verbaasd aan, want ik werd geacht onbewust te zijn. Maar wie wil nu zijn eigen feestje missen?

Bij de EHBO kreeg ik nog meer pijnstillers. Een bevalling is kinderspel vergeleken met de pijn die ik had. En het duurde en duurde. Weer een foto. Ik moest in het ziekenhuis blijven. 
I sliep in mijn huis, de volgende morgen maakte zij de kinderen wakker en na een half uur vroeg ze aan mijn jongste zoon of die het niet vreemd vond dat ik niet thuis was. Oh ja, waar was ik. Veel dingen ontgaan je met ADD.... 
Ondertussen bleek mijn been op meerdere plaatsen gebroken en moest ik geopereerd worden. Het werd een operatie van 2 uren, waarbij mijn been voorzien werd van enkele platen en vele schroeven. 

En nu was ik dus een patient en waren de rollen omgedraaid
De mantelverzorger moest verzorgd worden. Mijn oudste wil altijd helpen ('helpen is mijn ding mam') en kon nu vooral mijn benen vervangen, trap op en trap af met post, eten en drinken. Dagelijks kwam er thuiszorg die mij een injectie gaf. Daarvoor strompelde ik naar de badkamer en gooide de sleutel naar beneden. De eerste week was ik nog moe van de operatie en aten de kinderen pizza, kant en klaar pasta en eten wat anderen hadden gebracht. Er kwamen vrienden langs met bloemen, maar ik was bijna te moe om een uur rechtop te zitten. 's Avonds ging ik om 21 uur naar bed en dan schonk de oudste me een glas wijn in. Eten deed ik niet overdag, want ik kon geen kopje naar de tafel brengen. Ik had weinig pijn en bouwde de medicatie snel af. Ik at vooral eiwitten en slikte allerlei voedingssupplementen in de hoop dat het mijn botten sneller zouden herstellen. Dit klopte, bleek later. 

Maar eerlijk gezegd verloor ik de hoop. Ik had het idee dat ik nooit meer zou kunnen lopen, dat mijn been nooit meer zou genezen. Ik vertrouwde mijn lichaam niet meer, was bang om te vallen, mijn been jeukte en was gezwollen. Het was geen fijne tijd. En winter. Kerstvakantie. Het verhaal van het meisje met het zwavelstokje bekroop mij regelmatig. Ik zat er doorheen, voelde me alleen, maar durfde niet te klagen.

Langzaam kwam er verbetering. Na 2 weken moest ik terug naar het ziekenhuis en werd de helft van de hechtingen verwijderd. Het been was op 3 plaatsen opengesneden. Weer 2 weken later werd het gips gewisseld. 

Ondertussen kwamen mijn beste vrienden allemaal langs met eten. Heerlijk en zo lief, want bijna niemand woont om de hoek. En eigenlijk was dat de beste hulp die ik kon krijgen. Eten voor mijn kinderen. En dan dronken we een glas wijn en hadden we het gezellig. Wat had ik dit sociale contact gemist.


Na het tweede gips werd ik gipsloos. De chirurg die me geopereerd had, was buitengewoon tevreden. Hij zat maar naar de foto te kijken en zei steeds dat het er fantastisch uitzag. Toen ik hem vroeg of hij dan kon zien dat mijn been goed aan het genezen was, antwoordde hij: 'Nee, dat niet, maar wel dat het zo mooi gemaakt is'. Stilte. 'Maar dat been wordt natuurlijk nooit meer wat het geweest is, want ik moest een stukje van je bot afslijpen, je hebt over 10 jaar verhoogd risico op artrose. Dit was geen botbreukje, je hebt je been verbrijzeld.'
En passant werd me verteld dat volledige genezing een half tot heel jaar zou duren. Huppa.

Het been zag er afschuwelijk uit, gezwollen en verkleurd. Ik voelde me er doodongelukkig bij en 
nam me voor dat ik zo snel mogelijk weer mobiel zou zijn. Ik wandelde elke dag, steeds verder, een koptelefoon op met muziek, zodat ik op de maat en soms over de pijn heen kon lopen. Heftige pijn door de spieren die moesten wennen aan die platen in mijn been. Ik pakte mijn Pilatesoefeningen weer op. En 4 weken later liep ik voor het eerst zonder krukken door mijn huis. En zo steeds een stapje verder.

Ik heb veel geleerd van de afgelopen periode
Niet alleen dat buitenlucht, voedingssupplementen, vrienden heel waardevol zijn, maar ook dat je niets kunt regelen tegen onverwacht onheil. Het loopt altijd anders dan je denkt. Het lef om hulp te vragen voor jezelf, dat is vooral wat je nodig hebt.